Privjet! We hebben de afgelopen maand Rusland getest en… Goedgekeurd!
De grenzen oversteken over land: moeilijk binnen, makkelijk buiten!
Op de vijfde augustus, het lijkt al een ver verleden, rolden we Rusland binnen met de slaaptrein van Ulaanbaatar naar Ulan-Ude. Welja, slaaptrein. De grensovergang stond op het programma tussen middernacht en een uur of twee en de aankomst al om half zeven, dus veel slapen zat er niet in. Het leuke aan deze rit: we boekten tweede klasse, met vier in een coupé, maar de andere twee stuurden hun kat! Altijd leuk, zo’n rollende privékamer. We schreven onze eerste blog over Mongolië, keken een filmpje, aten iets lekkers, keken wat naar buiten… The good life! Tot middernacht natuurlijk. Mongolië uitgestempeld worden, dat ging snel, maar toen kwamen de Russische politievrouwen en een soldaat de trein op. Een hele resem aan vragen in verband met onze bagage volgde: ‘Hebben jullie drugs mee? Wapens? Alchohol? Tabak? Meer dan tienduizend dollar? Medicatie?’. Elk pilletje en zalfje in onze bagage doorstond gelukkig de grondige controle, zelfs mijn allergiemedicatie, die ze voor de zekerheid nog eens gegoogled hebben.
De rugzakken klaar in UB, bijna de trein op...
Flashforward: de bus van Rusland naar Georgië ging opvallend vlotter. De enige vraag was hier: ‘Ga je naar Georgië?’ … Wat?! Ik sta aan de grens, waar zou ik naartoe gaan? Maar oké, ik heb hier al het einde van het verhaal verklapt: we zijn Rusland veilig en wel weer buiten geraakt!
Het ijzeren gordijn spoor
We mogen onszelf tegenwoordig treinkenners noemen. Na 7000 kilometer op tien verschillende stellen en in drie klasses klokken we af op een mooie vijfenhalve dag treinen. Dat zijn 133 uur en drie kwartier! En voor maar €282,62 per persoon: beat that, reisorganisaties!
Dat lijkt je misschien lang, maar eerlijk? Het vloog voorbij. We reisden veel nachtelijke uren waarbij we rustig in slaap konden soezen op de repetitieve beweging van het treinstel op de sporen. Tip van Thijs: kies een plekje in het midden van de wagon, daar heb je het minst last van storende treingeluiden. Oordoppen en een oogmasker moeten trouwens ook standaard bij de hand zitten. Je bagage leg je namelijk ofwel onder het onderste bed ofwel helemaal bovenin. No way dat je daar nog iets kan uithalen, eenmaal vertrokken.
Hier en daar verkopen lokale mensen hun waar langs het spoor.
De leukste ritten hadden wij in derde klasse, waar je met 36 zielen in één open wagon ligt. Ideaal voor een potje mensenkijken! In tegenstelling tot wat we gelezen hadden, kwamen we op de trein amper toeristen tegen en was meer dan één dag op voorhand boeken in ons geval niet nodig. Er moet wel gezegd worden dat dit traject meestal in de andere richting afgelegd wordt (Moskou-Peking). Veel mensen probeerden met ons te praten en wilden ons leren kenen. We hebben zo menige ‘google-translate-gesprekken’ gevoerd, maar gelukkig konden we ook hier en daar nog eens een écht gesprek voeren.
Wat verkies jij? Derde klasse, allemaal samen...
Of tweede klasse, waar je soms zelfs de hele coupé voor jezelf hebt?
Standaard worden er nog steeds noedels gegeten, aangevuld met sloten thee of oploskoffie. Net als in China is er namelijk altijd kokend water ter beschikking uit de samovar. Omdat wij niet in één trek van oost naar west gingen zoals velen, konden wij het iets gezonder aanpakken. We kookten pasta in ons kampeerpotje, sneden verse groentjes en gooiden er een halve pot pesto bovenop. Nomnomnom!
Tussen het praten, slapen en eten door genoten we van onze vrije tijd, lazen we de batterijen van onze e-readers tweemaal leeg, beluisterden we de nieuwste podcasts, keken we enkele films en konden we vooral genieten van het gebrek aan internet.
Wist je trouwens dat Russen geen psycholoog nodig hebben? Gewoon een treinticket boeken, een goed gesprek voeren met je coupégenoten et voilà, je kan er weer tegenaan!
Onder de mensen
Op de populaire stops van de transsiberië-expreslijn kwamen we aardig wat westerse toeristen tegen in de hostels. Tenminste, ze groepeerden opvallend in de hostels die in de Lonely Planet staan… Terwijl wij, als laatplanners en niet-aanhangers van het LP-geloof, in andere hostels geslapen hebben waar ook alles steevast proper en in orde was. Enkel ontbrak daar dan het engelssprekende reizigersvolk, ahja, want die zitten allemaal samen in hét hostel van de stad natuurlijk. Jammer maar helaas. We hebben effectief een paar keer goed op voorhand geboekt om toch ook maar eens van de sfeer te kunnen meegenieten in zo’n hippe keet. Mag ik er trouwens even bij vermelden dat op onze Belgenteller nog altijd maar op zes stond na Rusland? Leuk en al, maar komaan, we moeten wel ons land kunnen vertegenwoordigen hé!
De beheersing van het Engels onder de locals is zeer variabel maar meestal aan de povere kant. Blijkbaar leren ze het op school maar is de kwaliteit van de lessen zo laag dat ze er niet veel aan overhouden als ze niet zelf voldoende moeite doen. We hebben een paar superaangename ontmoetingen gehad met degenen die de taal wel meester waren. Zo leerden we op de trein Maria kennen, een meisje van 19 uit Irkutsk dat geneeskunde studeert, droomt van een Erasmusuitwisseling naar Grenoble en net als wij graag kampeert en wandelt. Na een mislukte poging tot openbaar vervoer-gebruik richting station Novosibirsk liep jongeman Sacha een halfuur (!) met ons mee om de weg te tonen. Hij gaf ons tips over zijn geboorteland Kazachstan en vertelde over zijn vader die operazanger is in het Marinskiitheater in Sint-Petersburg. Vasil gaf ons een lift van anderhalf uur vanuit Perm-36 naar de stad, omdat wij als verloren schaapjes op de bus stonden te wachten die waarschijnlijk niet meer ging komen. Bleek dat hij dronecameraman is en reistips bij de vleet had over Georgië en Kazachstan. In Vladikavkaz, ons laatste onderkomen in dit gigantische land, leerden we Alexei en Irina kennen, die ons trakteerden op een uitgebreid etentje. Tegensputteren was geen optie!
De steden
Skaten onder het alziend oog van Vladi.
Ulan-Ude, Irkutsk, Krasnoyarsk, Novosibirsk, Yekaterinburg, Perm, Kazan en Vladikavkaz. Een hele resem steden, zo achteraf bekeken! Allemaal waren ze uniek en toch ook een beetje gelijk. Een stad is geen stad als er geen Leninstandbeeld staat en niet minstens de helft van de gebouwen oude Sovjetgedrochten zijn. We zagen prachtige kerken, in het oosten een boeddhistische tempel en vanaf Kazan gigantische moskeeën. Er piepten oude trams door de straten, Yandex-chauffeurs (Russische Uber, nvdr) scheurden over de baan. Die laatsten waren trouwens wel erg gesteld op hun auto, oh wee als je de deur niet voorzichtig genoeg sloot.
De oudere houten huizen zijn steevast juweeltjes van snijwerk en afwerking.
Tweemaal hadden we het geluk dat er net een zomerfestival aan de gang was (meerbepaald in Yekaterinburg en Kazan) waardoor de stadsvibes ten volle tot hun recht kwamen. Algemeen was er in Rusland ook meer sfeer dan in onze eerder bezochte steden, simpelweg omdat er terrasjes en autovrije straten waren en omdat er al eens een straatartiest de boel opvrolijkte. In Vladikavkaz schalde er zelfs Franse muziek door de lantaarnpaal-boxen!
De Kerk Op Het Bloed is in 2003 gebouwd op de plek waar een kleine 90 jaar eerder de laatste tsarenfamilie in Yekaterinburg geëxecuteerd werd.
Yekaterinburg vanop de hoogste toren
Het Kremlin van Kazan is volgens ons zowat het mooiste in heel het land, met naast prachtige overheidsgebouwen en musea ook een schitterende moskee. (onder)
Het kantoor van de president bezoeken? Dat kan in het Yeltsinmuseum
Tijdens het 'Worldskills'-festival in Kazan werd de ingang van het Kremlin één grote projectie.
In het groen
Rusland staat in brand. Dat was het nieuws dat we hoorden vlak voor we de grens over gingen. En zowaar, op sommige websites werd gewag gemaakt van steden die hele dagen lang door grijze dikke smogwolken overtrokken waren en bewoners die met ademhalingsproblemen werden afgevoerd. Een oppervlakte ongeveer gelijk aan België ging in de vlammen op en daar wilden wij naartoe? Gelukkig hoorden we van kennissen die net in de bewuste steden passeerden dat het allemaal wel meeviel met die vieze lucht.Oef, want in het grootste land ter wereld moesten er wel een pak pareltjes te ontdekken zijn, toch? De eerste natuurstop die we aandeden, leidde ons naar het Baikalmeer. Net zoals de bevolking hier zou ik het ook eerder een zee noemen. De overkant is meestal niet zichtbaar! We trokken twee dagen langs de Great Baikal Trail, een route die lokale enthousiastelingen aan het aanleggen zijn in navolging van andere grote treks op onze planeet.
Het begin van de GBT!
Alhoewel we maar een klein stukje afstapten van het zowat 2000 kilometer lange pad, vielen we toch steeds van de ene verbazing in de andere. Het ene strand volgt op het andere, er zijn leuke kampeerplekken, zoetwaterstroompjes, kliffen en schitterend weer: meer heeft ondergetekende niet nodig. Wat meer tijd misschien.
Standaard zicht op het reusachtige meer!
Iets meer dan 1100 kilometer daarvandaan konden we ons groene hartje nog eens ophalen tijdens een dag nabij de stad Krasnoyarsk. Op een steenworp van de stad ligt een groot natuurreservaat waar de actieve bezoeker maar drieënhalve procent van mag doorwandelen. Na een korte busrit en wat schuifelend volgen van een Russische wandelaar naar de onvindbare ingang kozen we uiteraard voor de langste wandeling, zo’n 15 kilometer op en neer doorheen het Stolby Nature Reserve dat bezaaid ligt met -hoe kan het ook anders- Stolby’s of ‘zuilen’, als waren het dikke puisten klaar om uitgedrukt te worden.
Op onze ontdekkingsreis door dit bizarre landschap beklommen we zowat alle rotsformaties die we tegenkwamen. Niet allemaal konden ze ons verrassen met een machtig uitzicht. Het merendeel dat het wel deed, deed het met verve. Tijdens een ietwat moeilijker klimmetje hoorden we ook ons eerste West-Vlaams accent toen we aangesproken werden door Léandre en Fiona. Al liftend geraakten zij vanuit Brussel tot in Talinn, om daar de trein te nemen tot in Peking. Op het moment van schrijven was nog niet zeker of ze hun Chinees visum te pakken konden krijgen. Ach, genoeg kerken hier om een novenekaars te branden. Ons pad leidde ons nog verder omhoog, waar we konden afsluiten met een ritje op de skilift, richting het dal en de bus.
Het is ons wel duidelijk geworden dat we Rusland ook eens in de winter zullen moeten aandoen. Het Baikalmeer moet schitterend zijn als het de grootste schaatspiste ter wereld wordt en skiën tussen de stolby’s komt ook hoger tussen de af te vinken ervaringen te staan.
Nadat drie vermeende instamodellen klaar waren met hun urenlange shoot, konden wij ook snel een zelfontspannende foto nemen 😉
Perm-36
De Russische geschiedenis kent vele hoogtepunten en tragedies. Eén van die zwarte pagina’s in de boeken gaat over de werkkampen in de twintigste eeuw. In het begin werden er aanhangers van de Tsaar gevangen genomen en geëxecuteerd. Later werden ook krijgsgevangenen en andere staatsvijanden aan het werk gezet. Onder Stalins bewind kon iedereen opgepakt worden en naar de Goelag afgevoerd worden. Als er ook maar de minste aanwijzing was, bijvoorbeeld gemeld door een jaloerse buur, kon er al een zwak dossier tegen je aangelegd worden. Ook enkele keren wat laat op het werk arriveren, was voldoende reden om je naar de gruwel te sturen. Mensen die opgepakt werden, werden door familieleden meestal als verloren gezien. De sterftecijfers waren torenhoog.
Na de val van de Sovjetunie zijn de meeste kampen afgebroken. Nabij Perm valt nog zo’n kamp te bezoeken. Tot eind jaren ’80 zaten hier mensen hun dagen te slijten met dwangarbeid, zoals houthakken. Zij die in de isolatiecel vlogen, rivetteerden stroomkabels aan printplaten.
Van de ongeveer 28 miljoen mensen die de kampen passeerden, zaten er 150 000 in Perm vast. Binnenin is er heel wat bewaard gebleven. Zo kun je nog de slaapruimtes en de ‘bibliotheek’ zien, waar de verzamelde werken van de sovjetleiders te lezen waren. Via indoctrinatie en propaganda probeerde de kampleiding gedachten te veranderen. Voor de zware gevangenen was er ook nog een speciaal kamp, met weinig contact en zo goed als geen wandelruimte.
Helaas merkten we dat het kampleven toch nog relatief rooskleurig wordt voorgesteld in dit museum. Op de terugweg hoorden we bovendien van Vasil, een lokale gids en onze lift, dat de regering al sinds 2014 probeert om het museum te kortwieken. Voorlopig zijn ze daar nog niet helemaal in geslaagd. Hij kon ook verklaren waarom we enkele delen niet konden bezichtigen, zoals bijvoorbeeld de ziekenboeg. Hierover heerst controverse: boden ze de gevangenen goede medische hulp of nét genoeg om ze in leven te houden?
Vier soorten omheiningen hielden de gevangenen binnen. Voeg daarbij nog sensoren in de grond en bewakers met honden. Buitenraken lukte niet.
Eten: een oase na het ‘culinaire’ Mongolië
Hoe dichter bij huis, hoe meer westerse producten op de winkelschappen! We hebben er ons tegoed aan gedaan, want we waren precies toch al enkele kilo’s verloren onderweg. In Mongolië vind je in de hoofdstad een vrij uitgebreid westers aanbod maar daarbuiten zijn het vooral Snickers, noedels, en hier en daar een verloren appel of wortel in de supermarkt. Nu kan ik niet zeggen dat we uitgehongerd waren, maar we gaan de mongoolse eetcultuur toch ook niet missen.
In Ulan-Ude, de meest oostelijke stad op ons Rusland-traject, was de lokale keuken nog gelijkaardig, maar er waren ook andere opties. We konden bijvoorbeeld brood en kaas vinden voor onze picknick, wraps, kipfilet, en groenten die geen wortel of komkommer zijn. We konden ervoor kiezen om een pizza te gaan eten. Zalig! Gaandeweg in Rusland werden we meer culinair tevreden gesteld. Vanaf pakweg Yekaterinburg vonden we bijvoorbeeld ook Georgische invloeden, lees: kaas, brood, veel groenten, fruit, een soort kebap, walnotenpasta, … Hier heb ik zelfs een keer zongedroogde tomaten, pesto, rucola en avocado gevonden!
Als het eten goed is, kan er genoten en gelachen worden 🙂
De Russische keuken zelf was nu wel niet meteen ons ding. Borsch (een soort soep met vlees in) en dumplings (met vooral vettig, grof gehakt in) spraken ons niet zo aan. De nationale pannenkoeken, blini’s genaamd, gingen beter binnen en de Baikalvisjes heb ik ook met plezier tot mij genomen.
Verbazend genoeg, lijkt het erop dat de Russen verzot zijn op ijsjes. Ik zou geen vijf cent op tafel willen leggen voor elk ijskraampje dat ik gezien heb! Nadeel: het is in 99 procent van de gevallen ronduit slecht ijs. Neem het goedkoopste ijs in België en het zal lekkerder zijn dat dit. Een ambachtelijk ijssalon in Rusland openen, het zou een golden business zijn.
Op zoek naar de grens
Ons rondje Rusland wilden we een beetje speciaal afsluiten en anders dan de standaardtoerist. Vanuit Kazan zagen we de natuur met een eersteklasgevoel -niet besteld, maar wegens weinig volk zaten we alleen- in 50 uur veranderen van heuveltjes over wijdse steppe tot bergen. Zowat alleen kwamen we aan in het gebied dat door alle overheden rood wordt gemarkeerd: De Noord-Kaukasus. Je kent het wel, hoor! Al gehoord van Zuid-Ossetië, Tsjetsjenië of Sochi? Allemaal daar te vinden. Onze pied-à-terre werd Vladikavkaz, ‘heerser van de Kaukasus’. Heel veel informatie over de regio was er niet te vinden, hier off-the-beaten-track. Plots zwegen alle blogs en de reizigersbijbels konden ons ook verre van wijzer maken. Zó voelde dat dus, twintig jaar geleden!
Het grote probleem in deze regio is eigenlijk de grens met Georgië. Die proberen de Russen namelijk nog steeds wat naar het Zuiden te verschuiven, met veel discussie en erger tot gevolg. Wij wilden ons hier toch niet door laten afschrikken en dit prachtige gebied een bezoekje brengen alvorens de grens over te steken.
Na wat rondgehang bij de grote hotels en enkele touroperators vonden we een bedrijfje dat ons kon meenemen doorheen de wijde omgeving van Noord-Ossetië. We spraken een prijs en een tijd af en de volgende dag konden we vertrekken voor 5000 roebel mét Engelstalige gids. Dat klonk allemaal als een topplan!
Die namiddag gingen we nog met een Yandex naar Beslan. De lugubere geschiedenis waardoor dit kleine plaatsje bekend werd, is je waarschijnlijk niet vreemd. In 2004 gijzelden Tsjetsjeense terroristen ongeveer 1100 mensen in de school op de eerste schooldag. Na drie dagen eindigde de gijzeling met een bestorming door Russische troepen en 334 doden. De gevolgen zijn nog steeds heel zichtbaar, en niet enkel door de kogelinslagen in de schoolgebouwen. Toen we na een korte tussenstop aan het kerkhof terug instapten, kwam de chauffeur betraand terug. Zijn twaalfjarige neef bleek een van de slachtoffers destijds. Het werd een stille terugrit.
Mensen zetten flesjes water neer om solidair te zijn met de gijzelaars die drie dagen in de verzengende hitte moesten blijven zitten, zonder voedsel of drank.
De volgende ochtend werden we opgewacht door een ietwat hooghartige man die ons zou rondleiden. Dat kon nu nog. Toen we de rugzakken in de auto wilden leggen, deed hij het kleine koffertje van een stokoude Fiat Punto open dat het lokale equivalent leek van een vuilnisbelt. Daar konden we eventueel ook nog mee leven. Toen de vrouw van het bureau ons plots de helft meer aanrekende, tegen alle afspraken in, was voor ons de maat vol. Wij boos, zij boos, wat discussie op straat met de gids en dat was het. Geen tour, geen gids en geen backupplan. Het bleek een godsgeschenk!
Een eerder niet te bereiken andere tourgids nam nu direct de telefoon op en kon ons nog meetornen in de namiddag. De prijs was iets hoger en het Engels was ook niet inbegrepen, maar we hadden niet veel keuze. Op de afspraakplek begroette Aslan ons hartelijk met enkele woordenboekjes in de hand in een comfortabele Toyota-monovolume. Tijdens het wachten op onze medereizigers kregen we via zijn vertaalapplicatie al een grondige uitleg over de streek, cultuur en eten. En het werd enkel beter. We moesten blijkbaar ook maar de helft betalen en de welwillende Irina en Alexei waren zo lief om hele stukken te vertalen voor ons. Aslan nam ons op sleeptouw doorheen ruwe bergen en diepe valleien. We stopten bij kerkjes en kloosters maar ook in de canyon waarin een lawine jaren terug een hele filmploeg wegmaaide.
Zoek Thijs!
Hoogtepunt werd Dargavs, waar enkele eeuwen geleden met de pest besmette mensen zich terugtrokken om te sterven. De heuvel is bezaaid met kleine torentjes die tot drie verdiepingen diep onderkelderd zijn. Wat niemand ons verteld had, was dat de lijkgeur er nog steeds je neus binnendringt en de kleren nog rond de botten hangen.
Hiermee hadden we dan genoeg lugubere plaatsen bezocht voor een hele tijd. Op naar land nummer vier, het land van bergen, wijn en khachapuri: Georgië!
Gezamenlijke groeten van je kapoenen Thijs en Nina!
Een duikje in Baikalwater verlengt je leven met zeven jaar. Check!
Wat een avonturen 😃 op naar de volgende
Weeral een fantastisch reisverslag. Wat beleven jullie toch veel.
Prachtige foto’s om van weg te dromen.
Zoveel lieve mensen die jullie ontmoeten! Dat zal jullie waarschijnlijk nog het langst van al bijblijven 🙂