Slowly I feel the path becoming rockier, then the shrubs start to thin out and all becomes clear: stretched out in front of me is an exposed ridge of tumbledown rocks, raised a few feet above the natural lie of the land, and clearly forming what was once – long, long ago – a wall. I’ve found it; an incredibly rare stretch of mountain masonry dating back to the far-off Northern Qi Dynasty. I’ve been exploring the Great Wall of China for more than a decade, and this is the oldest section I have ever placed my feet upon.
Toen Nina me voor mijn laatste verjaardag het puike boek Epic Hikes of the World cadeau deed, sprong er al snel een wandeling bovenuit die we zeker niet konden laten liggen tijdens deze reis. Alleen al het lezen van bovenstaande intro deed me verlangen om te vertrekken en voet te zetten op dit stukje originele muur.
Negen maanden later, het leken er veel meer, was het zover. We zouden de drukte van de miljoenensteden achter ons laten en voor enkele dagen het eenzame-torenwachter-gevoel opsnuiven. Om het startpunt Gǔběikǒu te bereiken, namen we eerst twee bussen die ons vijf uur verder brachten. Daarna wilden we natuurlijk niet compleet gepakt en gezakt aan de klim beginnen, dus vroegen we onze AirBnB-verhuurders om wat spullen achter te laten. De goede man kwam ons ophalen met zijn koddige elektrische bakfietsbrommer. Pas meer dan vijf kilometer verder dan aangegeven stopte hij voor zijn leuke huis in een compleet verkommerde achterbuurt, waar we in het lokale winkeltje de helft niet mochten kopen, wegens vervallen. Allez ja, winkeltje. Noem het eerder een zijkamertje waar iemand wat dozen en een diepvries neerpootte. Dag en nacht verschil met het moderne Beijing!
Het ongerestaureerde deel bestaat uit vele ruwe stukken en kapotte uitkijktorentjes.
Maar goed, genoeg tijd verloren. Als we de volgende dag tijdig op onze eindbestemming wilden raken, moesten we dringend nog wat kilometers muur malen. De brave gastheer voerde ons graag naar het begin van de muur, maar de rit duurde wel heel lang. We zagen het voorziene startpunt al snel achter ons in de verte verdwijnen. Na onze tussenkomst en wat vertaalwerk van zijn dochter bleek eigenlijk niemand écht te weten hoe we de muur konden opraken en dat er ook soms op gewandeld werd. Het begon ons te dagen dat hij ons naar het gerestaureerde stuk van Jīnshānlǐng wilde brengen, ons einddoel van morgen. Ik moet zeggen, zo behulpzaam had ik ze nog niet meegemaakt, de Chinezen, echt leuk! Uiteindelijk dropte hij ons terug aan de poort van het oude stadje, waar we snel aan de tocht konden beginnen.
Dat dachten we toch. Zelfs met drie verschillende beschrijvingen en de Lonely Planet opgeslagen op de telefoons, lukte het ons niet om de start van de trail te vinden. Deden we iets verkeerd, zagen we ergens wat over het hoofd? We snapten het niet… Na vijf kilometer rondzwerven en een stevige klim naar een uitkijkpunt, besloot ik dan maar mijn 4G aan te zetten om via het handige Locus Maps (supergoed, maar niet offline) de kleine wandelpaden op te zoeken en zo via een shortcut toch op het juiste pad terecht te komen. Wanneer je zelf ook eens de tocht wil doen, ga dan eerst dóór de autotunnel en start niet aan de toegangspoort van het dorp 😉 Het zou ons een hoop miserie bespaard hebben als iemand dit beschreven had.
Na lang zoeken doemt plots vanuit de bosjes de langgezochte weg op en krijgen we dit prachtige zicht te zien.
Alhoewel de wandeling in vogelvlucht maar 7km is, zullen we er toch een pak meer moeten doen.
Nu we toch op de juiste weg geraakt waren, zat de vaart er mooi in en elke bocht deed ons versteld staan van de natuurpracht en het huzarenstukje dat men 1400 jaar geleden aanvatte. De avond viel toch wel snel, dus werd het tijd voor een beetje rebellie. Kamperen is strikt gezien verboden, maar we zagen de laatste drie uur niemand, dus waagden we het maar. We zetten ons tentje op op een wachttoren met stevige aardegrond. Geen enkele steen werd beschadigd of verlegd, erewoord! Voor de eerste keer voelden we ons alleen in dit miljardenland en hadden we een plekje gevonden waar nog geen meute inlandse toeristen te zien waren. Het rumcolaatje onder de sterrenhemel paste trouwens heel goed bij de noedels!
Het was al donker toen we water begonnen te koken, maar dat bracht wel een magische rustige sfeer.
Na Nina’s korte slaapje (het schijnt een mooie zonsopgang geweest te zijn) en mijn gewone nacht kraamden we snel onze boel op om rond halfacht alle warmte voor te zijn. Als je dacht dat ze enkel in België het begrip omleiding kennen, think again. De toeristische groei kent geen genade en dat was ook hier op deze oude bouwwerken te merken. Een kleine equipe werkmannen is momenteel toren per toren aan het restaureren en, veiligheid boven alles, we mochten onder geen enkel beding de werf doorkruisen. Er rond dan maar. Drie maal zagen we een mooi padje terug naar boven kronkelen, drie maal kregen we een nul op het rekest. Zei ik eerder al dat de mensen daar heel lief en behulpzaam waren? Wel: een van de arbeiders begeleidde ons zowaar een halfuur tot de plek waar we terug naar boven konden.
5u46, Thijs staat ook op.
In de verte zijn arbeiders al vroeg uit de veren om de gehele muur te restaureren.
Eens deze horde genomen was, konden we eindelijk echt doorzetten naar het gerestaureerde stuk, Jīnshānlǐng. We volgden de roze bollen en pijlen van een trailrun die er vroeger passeerde. Na het kopen van een onverwacht toegangskaartje, zagen we de muur verder krullen, stijgen, dalen en gracieus de heuvels oversteken. En wat een wandeling werd het nog! Op en neer, klauteren langs half afgebrokkelde trappen en ingestorte torentjes, alles hebben we gedaan. Op bepaalde plaatsen was er enkel een aardepad, op andere een smalle richel van twee stenen breed. Het evenwicht konden we gelukkig goed bewaren, want de afgrond was wat dieper dan veilig was!
De meeste stukken muur zijn niet zoals je ze in de brochures kunt vinden. Aardewegjes, steile trappen en losliggende brokstukken werden ons niet bespaard.
Tegen de middag, de zon al fel brandend op onze bol, passeerden we een militaire basis en daarmee was het enkel nog zoeken naar ‘het schattige kleine poortje’ dat ons toegang zou verschaffen tot het gerestaureerde deel. We lazen voordien heel wat verhalen van hordes, zelfs drommende bendes bezoekers maar zelf voelden we ons nog steeds zoals de vroegere keizer in zijn verboden stad. Met maximum 50 waren we er. Moe maar voldaan struinden we nog het hele complex rond en enkel bij de steilste helling hielden we het dan maar voor bekeken. Genoeg Chinese muren gezien voor het komende half jaar!
Het prachtig vernieuwde Jīnshānlǐng is een aanrader als dagtrip vanuit Beijing en voor ons een ideale afsluiter van onze trek.
Praktisch
- Vanuit Dongzimen Bus Station neem je eerst bus 980 (11 CNY pp) naar Miyun en daarna bus 25 naar Gǔběikǒu (15 CNY pp). Laat je afzetten na de tunnel! Aan de rechterkant zou er een soort inkompoort moeten zijn. Rechts van deze poort vertrekt normaalgezien een pad. Je kunt ook zoals wij vanuit het dorpje de muur opraken, daarvoor moet je hier het kleine paadje omhoog volgen.
- Wij betaalden op de muur van Gǔběikǒu 25 CNY elk en voor de entree van Jīnshānlǐng werd onze portemonnee 65 CNY lichter, per persoon. Voor drankjes daar kun je beter wat onderhandelen. 4 flesjes water kostten uiteindelijk maar evenveel als anderhalf.
- Terugkeren naar Gǔběikǒu was een ander paar mouwen. Er rijdt geen bus tussen deze twee dorpen, je bent volledig afhankelijk van taxi’s, en daar profiteren ze toch wat van. Na lang wachten, kon iemand voor ons toch een auto charteren voor 70 CNY.
- Ons gasflesje kochten we bij een klein filiaal van Sanfo. Tot op heden zit het nog steeds in onze rugzak. Vermoedelijk hadden we de eerste keer gewoon een overijverige scanmedewerker.
[…] terug naar Peking voor de tweede activiteit waar we ons al lang op verheugen, maar daarover lees je hier […]
Wat een avontuur! Het nodigt zowaar uit om het zelf eens te gaan bekijken. Tot nu was ik altijd weigerachtig door al die verhalen over de massa mensen. Ik begin al te sparen! 😉
Ik begin toch echt te verwateren van de tocht maar zou toch enkele dragers nodig hebben voor de bagage en de nodige Ricard en koud water 😉
De foto van Thijs in de morgen, hilarisch! Zo ken ik hem weer 🙂
Spannend is het wel!
Veel plezier op jullie avontuur.
Dankjewel, Sabine! Het plezier zit er nog in 🙂