Één juli: In België het begin van de zomervakantie maar voor ons het einde van een onvergetelijke reis. We landen om half elf ’s avonds op de luchthaven van Zaventem en worden hartelijk ontvangen door onze voltallige gezinnen. Na een maandendurend bonen-met-rijst-dieet kunnen we niet langer wachten op moeders keuken! De aanpassing naar het gewone leven zal toch nog even duren: gedaan met prachtige wandelingen op grote hoogte, eeuwenoude bouwwerken inspecteren, tropisch fruit eten aan een prikje en Spaans praten alsof we nooit anders gedaan hebben.
Klinkt als een droom!
Oh wacht, Dat is het ook!
De realiteit was even anders. Of: hoe snel kan een net zich rond je sluiten en hoe vlot kan een virus zich verspreiden?
Hoe het plots begon
De eerste geïnfecteerde skiërs keerden net terug van Italië maar alles leek in ons land behoorlijk onder controle. Ook Singapore, waar wij geweest waren, kon de uitbraak goed indammen. Toen we van België naar Bogotá vlogen, was er van corona zelfs nog geen sprake in Zuid-Amerika. Het kwam nooit in ons op om niet te vertrekken, en niemand in onze omgeving stelde er zich vragen bij.
Terwijl wij gezwind van mooie plaats naar leuke plek reisden, doken de eerste gevalletjes in Colombia op. We hadden niet anders verwacht, maar alles komt toch altijd goed, dus wat is het probleem? De eerste tien dagen was er geen vuiltje aan de lucht. Maar toen ging Peru in totale, zeer plotse lockdown en Colombia begon zich (terecht) zwaar zorgen te maken.
In de kleine dorpjes was men zich toen ook nog van geen kwaad bewust.
Musea gingen dicht, nationale parken werden ontoegankelijk en avondklokken werden te pas en te onpas ingesteld. Allemaal geen probleem, onze planning lag niet vast en we gingen de onderwaterwereld van de Caribische zee ontdekken! Maar helaas, la pandemia del coronavirus schoot naar versnelling zeven. Nog één dag hebben we standvastig volgehouden dat we op zoek moesten naar een onderkomen voor enkele maanden om de onvermijdelijke lockdown in Colombia uit te zitten. Intussen ging het ene hostel na het andere plotsklaps dicht, hoorden we via de Nederlandse ambassade dat het luchtruim over drie dagen op slot ging en kwamen ons verhalen ter ore van Europeanen die uitgejouwd werden op straat. Deze reizende soort is daar immers de verspreider van het vieze beestje geweest.
De ene dag deden we nog buitenactiviteiten...
Even snel schakelen
Daar zaten we dan, in een klein dorpje in de jungle. De Whatsappgroep van gestrande noorderburen, inclusief ambassadrice, was een goudmijn aan informatie maar stemde niet hoopvol. Alle vluchten naar West-Europa waren volzet en konden elk moment geannuleerd worden. De zeldzame, nog beschikbare zitjes waren peperduur (lees: enkele duizenden euro’s) omdat de vliegtuigen leeg naar het westen moesten vliegen. Inkomend volk was op dat moment immers al verboden. Ook voor het telkens inkomend vliegtuigpersoneel moesten steeds uitzonderingen aangevraagd worden, en de Colombiaanse overheid staat niet bepaald bekend om zijn mildheid.
Héél wat gepieker, overleg, opties overlopen, enkele rum-colas en een volledig slapeloze nacht later hakte ik de knoop door. Elkaar de komende nachten ook wakker woelen zagen we niet zitten en plots uit het hotel gezet worden, na weken niks doen aan het zwembad klinkt ook epischer dan het is. Toen er om halfvijf (‘s ochtends, jawel) plotsklaps twee tickets richting Amsterdam vrij kwamen was het een kwestie van snel schakelen. Het leek allemaal te mooi voor woorden: Een rechtstreekse vlucht voor een prijs die driekwart lager lag dan onze heenvlucht, voor dezelfde avond! De URL werd drie keer gecontroleerd en met een bang hartje boekten we dan maar onze uitweg uit het afsluitende Colombia.
Er was maar één klein probleem: Cartagena lag nog een kleine 300 kilometer van ons verwijderd. Vliegensvlug gooiden we alles in de rugzakken, lieten de rum en wat snoep achter voor de vriendelijke hosteleigenaar en gingen op pad. Drie bussen, een continu stressgevoel (want zoveel tijd hadden we niet over) en al behoorlijk uitgebreide corona-controles later konden we inchecken op de luchthaven. Een rij van zo’n honderd hopelozen stond al klaar om eventueel last-minute vrijkomende plekjes naar huis in te nemen, wij konden hen alleen maar succes wensen en onszelf gelukkig prijzen… Twaalf uur later zaten we thuis in de zetel, nog niet goed beseffend wat er de afgelopen vierentwintig uur gebeurd was.
...en de andere dag staan we al op de tarmac om te vertrekken...
En nu?
Intussen stijgen de cijfers in Colombia (en bij uitbreiding quasi alle landen waar wij geweest zijn) nog steeds, het lukt hen voor geen meter om de curve af te platten. Dat verbaast ons ook niet: een lockdown zoals hier is onmogelijk in relatief arme landen zonder sociaal systeem. De mensen worden stilaan hopeloos en beseffen dat het een gigantisch probleem is. Als zelfs de rijke Europeanen het virus niet ingedamd krijgen, hoe moeten zij het dan ooit voor elkaar krijgen?
We hebben al veel gevloekt, gemopperd en getreurd de laatste maanden. Onze reis werd abrupt onderbroken en de hoop op een snelle terugkeer ebde stelselmatig weg. Na negen maanden zonder onze vrienden en familie, kunnen we nu alweer vijf maanden niet veel volk zien. Werk en een geschikte woonplaats zoeken verloopt niet op een normale manier. Die stomme mondmaskers plakken aan je gezicht bij deze tropische temperaturen, we hebben een familypack handcrème moeten bestellen tegen de extreem gewassen en ontsmette handen en die stomme bubbel van vijf is toch veel te klein.
Maar dan denken we telkens: Hé, we mogen verdorie onze twee (propere) handjes kussen dat we in België leven!!
Stay safe, goede moed en virtuele groepsknuffel!
Tot in den draai… Ooit!
Nina
PS: Alles komt altijd goed. Uiteindelijk.
Een laatste reactie op een fantastische blog. We zijn blij dat jullie terug en veilig thuis zijn.
Ja die mondmaskers plakken aan het gezicht en de handen staan rood van het wassen.
Maar het kan atijd erger. 😉
Veilig thuis, er komt nog wel een nieuwe uitdaging😊
Was een onvergetelijke reis met toch een goede afloop. Wat een geluk! Moraal van het verhaal: Belg zijn is zo slecht nog niet. Welkom terug thuis 🥳