We zitten op het vliegtuig van Brussel naar Bogotá. Twee weken van gemiste personen terugzien, beschikken over een hele kleerkast, een kilo bijkomen van al het lekkere eten, winkels afschuimen voor de nodige upgrade van rugzakinhoud, een huwelijk bijwonen, eens flink gaan sporten en uitgaan in Leuven tot zes uur ‘s ochtends. Hoe leuk was dit!!
Acht maanden hebben we al door het Aziatische continent gereisd. We maakten allerlei gekke, moeilijke, vervelende en een paar lichtelijk gevaarlijke situaties mee waardoor we ons sterker in onze schoenen voelen staan. Wanneer ons gevraagd wordt welk land we het leukst of mooist vinden, kunnen we onmogelijk kiezen uit onze lijst van veertien, we zouden naar meer dan de helft meteen terug willen vertrekken.
En toch zit er een knoop in mijn maag. Ik weet niet waarom. Kan ik België niet nog een keer achterlaten? Een beetje moeilijker dan de vorige keer misschien. Is mijn reishonger verdwenen? Nee hoor, dit deel van de wereld is waar ik het meest naar uitkijk.
Wanneer de piloot zijn landing inzet, weet ik het. Ik ben een beetje bang…
Bang voor een nieuw continent, voor de kleine criminaliteit die we niet gewoon zijn, voor de landen waar ik eigenlijk nog niet veel over weet, voor het achterlaten van het ‘gemakkelijk zijn’ thuis, voor mijn Spaans dat ik ondanks voornemens niet meer geoefend heb, voor weet ik veel.
We zoeken de bus naar het centrum van Bogotá. Een taxi is vrij duur en ik had ergens iets over een ‘Milleniumbus’ diep uit mijn geheugen opgerakeld. Thijs weet dat ons hostel in de buurt van het goudmuseum zou moeten zijn. Een jongeman met beaniemuts en kapotte rugzak maar vriendelijk gezicht spreekt ons aan. Vijf minuten later staan we op de drukke stadsbus. Betaald hebben we niet, een jonge vrouw liet ons aan boord met haar herlaadbare buskaart een van onze ‘grote’ briefjes die de geldautomaat van de luchthaven uitgespuwd had, nam ze niet aan. “Doe eens dezelfde geste bij een onbekende en het is goed”.
Mr. Beanie tornt ons mee in de juiste richting, hij moet ook naar het goudmuseum. Twee keer stappen we over, we rijden door een zéér louche drugswijk (“The danger zone”) en ik word aangesproken met de boodschap mijn gsm veilig in mijn rugzak te stoppen op straat. Het is inmiddels donker en onze laatste overstap wordt door onze gloednieuwe gids als onveilig bestempeld. “Mensen stelen hier graag. Kom niet voorbij dit kruispunt na zes uur.” Zelf blijkt hij uit Venezuela te komen, hij is ziek en moet uit noodzaak snoepjes verkopen op de bus, ander werk vindt hij niet.
Aangekomen bij het museum verdwijnt hij bijna alvorens we onze dank kunnen tonen.
Een heftige eerst indruk, besluiten we ‘s avonds tijdens het eten van een heerlijke burrito in onze veilige wijk La Candelaria. Maar gek genoeg ben ik sinds deze busrit niet meer bang, reisnina is herboren! En we weten intussen: alles komt altijd goed.
Mooi geschreven, Nina. Voor jullie terug vertrokken had je al gezegd dat je het vertrouwde, gemakkelijke, gewone, … van thuis ging missen. Enkele dagen later vernamen we al dat alles in Colombia zeer goed meeviel, hadden we weer eens getelefoneerd en konden we opnieuw mooie foto’s bekijken. Alles was terug ‘gewoon’, zoals de vorige acht maanden. Geniet van deze maanden in het ‘nieuwe’ continent en blijf voorzichtig!
Het wordt een nieuwe uitdaging met andere mensen om jullie heen. Stay safe.