Hallo daar! Onze eerste week zit er volledig op. We hebben al vanalles meegemaakt, tijd om het thuisfront te updaten!
Onze vlucht kwam bij het ochtendgloren aan in Beijing, middernacht Belgische tijd. De rugzakken waren gelukkig ook meegereisd, geld afhalen lukte (na enkele pogingen) en hop, klaar om eraan te beginnen. Met de metro reisden we vlot tot het dichtstbijzijnde station, vanwaar het nog een kwartier wandelen was naar ons eerste hotelletje. Ja, er is een heel uitgebreid metronetwerk, maar Beijing is groot, met meer dan dubbel zoveel inwoners als in ons Belgenlandje! Ons hotel bleek vervolgens niet op de plaats te zijn die Booking op de kaart aangaf. Dit zou later ook nog enkele keren het geval zijn. Locals aanspreken is hierbij de oplossing, weliswaar met vertaalapp en gebarentaal. Bezweet vonden we na even zoeken onze slaapplaats voor de komende dagen, waar we meteen al een middagdutje van vijf uur deden. Jetlag, waar?
‘s Avonds bezochten we al het ‘Temple of Heaven Park’, de dichtstbijzijnde bezienswaardigheid. De sfeer zat hier wel goed, met openlucht tai chi- en danslessen. Bij schemering gingen we onze eerste noedels eten, toen was dat nog speciaal!
Na een slechte nacht (dat lange middagdutje was geen goed idee) vertrokken we iets later dan gepland naar het echte centrum van Beijing, met de metro. We baanden ons een weg door een soort sloppenwijk, een hutong: een wirwar van zeer smalle straatjes waar op mysterieuze wijze toch auto’s geparkeerd stonden. De hutong die Lonely Planet aanraadde, begon met een grote hoofdstraat waar ze ijsjes, gefrituurde hapjes en onverse smoothies verkochten. Die lieten we dan maar links liggen en we zetten onze weg verder naar de Bell en Drum towers. De Bell tower was al gesloten, dus we beklommen de Drum tower, waar we net op tijd kwamen voor een percussiedemonstratie!
Hierna was het tijd om een Chinese simkaart te kopen, we zouden nog lang genoeg in deze republiek zijn dus die konden we gebruiken. En hé, ze konden ook meteen mijn gsm scherm vervangen voor een prijsje. ‘Half an hour’, he said. Een uur later kwam een koerier het scherm pas brengen op zijn elektrische scooter. De simkaart blijkt achteraf niet zo heel veel bereik te hebben. Mijn scherm zit er nog steeds op, dus fingers crossed!
Intussen begon de avond te vallen, tijd om naar Beihai park te gaan, een groene long met een gigantisch meer in het midden van de stad. Hierna nog even snel naar het Tiananmenplein by night? Niet dus, het plein was volledig afgesloten, politie bewaakte de toegangswegen.
De volgende dag, fris en monter, begaven we ons mooi op tijd naar dé hotspot van Beijing: de verboden stad. En… We waren niet de enigen met dit idee! Horden stroomden toe. We moesten eerst een paspoortcontrole passeren, die we doorstonden met een kopie van Thijs zijn paspoort en een gsm-foto van mijn paspoort. Ze gebruikten ook mijn Russisch visumnummer in plaats van het Chinees, maar desalniettemin werden we toegelaten. Dan nog de safety check, en vervolgens ticketjes zoeken. Er was geen engels opschrift, dus we stonden eerst bij het loketje om een rolstoel te huren. De ticketjesbalie ging niet erg snel, intussen waren we alweer helemaal bezweet: het ‘frisse’ deel van de dag was al voorbij.
De verboden stad is een gigantisch domein waarbij je telkens door een soort poort gaat, dat eigenlijk een gebouw is, waarna je op een plein uitkomt. Er zijn zij-ingangen naar tuinen met kleinere gebouwen, en op het einde kom je in de mooiste tuin. De keizer die hier vroeger woonde, moet zich eenzaam gevoeld hebben! Wij hadden hier geen last van, we waren omringd door duizenden Chinezen en enkele zeldzame blanke toeristen 😉
Om de drukte en de warmte (37°C) even te ontvluchten, zochten we hierna een park waar we een kleine siësta konden doen, betalend uiteraard, zoals alles in China. Op een bankje liggen kan zo’n deugd doen… Tot een parkbewaker in het Chinees tegen ons kwam roepen. Blijkt dat je niet mag liggen op een bank in het park, je moet rechtop zitten!
Verder op pad dan maar. We passeerden nog een orkest dat aan het repeteren was, en stapten door naar de Lama Tempel. Hier zagen we monniken en Chinese Boeddhisten wierook branden en hevig bidden: op de knieën, rechtstaan, op de knieën, rechtstaan, … Ze deden dit voor elk Boeddhabeeld in de tempel, en die kon je niet op twee handen tellen!
Laatste stop van de dag: de outdoor winkel van Beijing, want we hadden een gasflesje nodig voor wanneer we gaan kamperen op de Chinese muur. De metro op, en dan nog een halfuur wandelen. Gasflesje gekocht voor 2,5 euro, dat viel mee. Wat we toen nog niet wisten, was dat dit helaas twee dagen hierna, bij de safety check voor de trein, in beslag zou genomen worden. Dommage, pindafromage!
Onze laatste dag in Beijing zou de leukste worden, ondanks een slecht begin. Ik had weer een halve nacht wakker gelegen: het besef dat we voor een jaar op weg zijn, is op dat moment doorgedrongen, hoezee. Kleine paniekaanval, gelukkig ben ik niet alleen op pad 😉
Na de middag bezochten we het Summer Palace: de plaats waar de keizer en andere hoge pieten van de stad vroeger gingen relaxen buiten de drukke stad. Dit is werkelijk het mooiste wat ik in Beijing gezien heb, ook al was het heel toeristisch uitgebouwd. De enorme tempel op de heuvel naast het meer, mooi van dichtbij én van ver. We wandelden helemaal rond het meer en als kers op de taart kochten we een veel te dure Snickers, heerlijk! Heb ik al verteld over onze chocoladeverslaving?
Toen enkele Chinezen op zeer onbeleefde wijze een foto van ons, blanken, kwamen nemen, was het echter tijd om te vertrekken (en om de zin ‘ik ben geen aapje in de dierentuin’ in het Chinees op mijn gsm op te slaan). Ik heb geen probleem met starende kinderen, of mensen die iets langer kijken dan normaal, maar dit was niet aangenaam.
We keerden terug naar de stad en hadden het geluk dat op het Tiananmenplein de wissel van de wacht net begon. Deze keer hadden we wel toegang dus. Alle aanwezige Chinezen hebben dit moment mooi op hun smartphone-aan-selfiestick vastgelegd, een ritueel dat je vaker ziet bij wissels van de wacht! Toen de soldaatjes weg waren, ging de weg over het plein weer open en vroem vroem: daar waren de bussen en auto’s weer.
Voor het slapengaan namen we nog snel de metro naar het treinstation om onze treinkaartjes voor de volgende ochtend op te halen. Het station is groter dan de stations in België, weer even zoeken waar we moesten zijn. Het ticketgebouw bleek groter dan het station van Leuven, gelukkig hadden we intussen door dat we mensen moeten aanspreken als we iets willen vinden. Of liever, onze vertaalapp aan hen tonen 🙂
Ziezo, dat was onze trip in de mega-hoofdstad van China. Het was een serieuze cultuurshock, met mensen die luid rochelen en op straat spugen, internet dat zeer schaars is (zie vorige post), extreme taalproblemen, een mini-hotelkamer zonder raam die lichtelijk naar sigaretten stonk (wel met airco, thank god), en dat allemaal met de wetenschap dat we net vertrokken zijn voor een jaar. Wij vonden het niet simpel. Maar we hebben ons er over gezet, we zagen mooie dingen en we zijn klaar voor meer!
Bye bye, zwaai zwaai, tot in den draai!
Nina
Topverhaal, het gaat jullie verder goed
Ik had al enkele van jullie eerste ervaringen gelezen en gehoord, maar het is tof om nu alles zo uitgebreid te kunnen lezen. Leuk geschreven!
Danku mama! Ja, het zou anders veel werk zijn om na een jaar alles te vertellen 😀 en over de telefoon kunnen we toch ook niet alles vertellen hé…
De eerste stap is gezet. Geniet er verder van. Veel plezier.
Dat doen we! Bedankt! X
Hallo,
Blij dat ik mag meelezen. Heb nog gehoord dat je soms een hotelkamer moet delen met ander koppel.
Reizen is zien, horen, proeven,, ruiken, mensen ontmoeten, en beleven en soms afzien.
Ik wens jullie veel plezier.
Tof om te kunnen volgen waar jullie zijn en doen.
De foto (op FB) van op de muur is onwezenlijk prachtig.
Geniet van de tijd,plaats en elkaar.
(Y)
Dat zullen we doen, leuk dat je ons volgt 😀
En doe de groetjes daar!
X